« Terug naar overzicht

Uitleg geven over de oorlog

Tips om toe te passen bij je kind, leerling of cliënt.

Maakt jouw CASS* (kind, leerling of cliënt met autisme) zich zulke grote zorgen over de oorlog dat hij of zij er bomvol van zit? Met deze tips breng je samenhang aan en breng je de rust terug.

CASS staat voor iedereen met autisme, ongeacht leeftijd, geslacht of intelligentieniveau. Waar ‘hij’ staat kun je ook ‘zij’ of ‘hen’ lezen.

Tip 1     Hoe sta jij erin?

Bedenk, voordat je met CASS in gesprek gaat, wat jij weet over wat er speelt. Wat is ‘jouw verhaal’? Als je een professional bent, vraag je dan af of jouw verhaal overeenkomt met dat van ouders. Mocht daar verschil in zitten, dan is het belangrijk om beide perspectieven mee te nemen in jouw verhaal naar CASS. Zoek eventueel informatie op om jouw verhaal ‘compleet’ te krijgen.

Wees je bewust van jouw eigen emoties. Ben je bang? Maak je je zorgen? Of merk je dat je je heel boos kunt maken om wat er gebeurt? Jouw emoties ondertitelen naar CASS kan juist heel helpend zijn. Tegelijkertijd wil je CASS zijn zorgen niet groter maken. Wees je er daarom van bewust hoe vaak, op welke manier en met welke emotionele lading je over de oorlog praat als CASS in de buurt is.

Tip 2     Praat over wat er aan de hand is

Praat alleen met CASS over de oorlog als je merkt dat het onderwerp hem bezighoudt. Anders trek je misschien onnodig een map open die gewoon dicht was.

  1. Stem af op de kennis die CASS al heeft:

vraag aan CASS wat hij al weet over de situatie en vraag door zodat je erachter komt of die informatie volledig en juist is.

  1. Maak CASS zijn verhaal compleet:

sluit aan bij de kennis die CASS al heeft. Geef, als dat nodig is, extra informatie, stel eventuele onjuiste informatie bij en breng samenhang aan om CASS de situatie te laten begrijpen.

  1. Benoem geen overbodige details:

vertel niet meer (details) dan CASS nodig heeft om het te begrijpen. Zo blijf je kort van stof waardoor CASS je kan volgen en trek je geen nieuwe mappen open (nieuwe onderwerpen waarover CASS gaat nadenken).

  1. Bouw aan CASS zijn ‘ik’:

CASS kan het lastig vinden om te bepalen hoe hij zich verhoudt tot deze situatie. Wat vindt hij er eigenlijk van? Hoe voelt dit voor hem? Door dit er gelijk bij te noemen (ondertitelen) geef je CASS een referentiekader. Van daaruit kan hij zijn eigen Ik-referentiekaders gaan uitbouwen.

  1. Spreid de informatie:

besef dat je niet alles in één keer hoeft te bespreken. Soms werkt het juist beter om over één of meerdere dagen, of zelfs weken, steeds weer een stukje te bespreken.

Tip 3     Laat de map soms bewust dicht

Het onderwerp ‘oorlog’ houdt de meesten van ons bezig. Hierdoor wordt CASS meerdere malen op een dag geconfronteerd met dit onderwerp. Dat is juist niet handig als hij zich er zulke grote zorg over maakt. Doseer daarom het aantal momenten én de duur van de momenten waarop het hierover gaat. Als CASS op school al het Jeugdjournaal heeft gezien, dan is het misschien goed om tegen oma, die op de koffie komt, te zeggen dat jullie het er niet over hebben in het bijzijn van CASS.

Merk je dat CASS er zelf vaak over begint? Maak dan concrete afspraken over hoe vaak het handig is om erover te praten en hoelang jullie dat gaan doen.

Bijvoorbeeld: ‘We kijken ’s avonds samen naar het journaal. Daarna praten we er maximaal 10 minuten over. Daarna doe je de map dicht’.

Tip 4     Maak afspraken over wat CASS kan doen

Het onderwerp ‘oorlog’ blijft waarschijnlijk nog wel even actueel. De map zal hierom vaak worden opengetrokken. Bespreek met CASS wat hem op zo’n moment helpt. Hieronder beschrijven we enkele mogelijkheden:

  1. Praten
    Sommige mensen zijn gebaat bij praten met anderen. Dit kan helpen bij:
  • Je gedachten ordenen.
  • Het letterlijk uit je hoofd praten van de zorgen en gevoelens.
  • Een mening vormen.
  • Je minder alleen voelen.
  1. Begrijpen
    Sommige mensen kiezen voor het vergaren van nieuws en kennis. Dit kan helpen bij:
  • Begrijpen wat er gebeurt.
  • Een mening vormen.
  1. Helpen
    Sommige mensen kiezen ervoor om in actie te komen. Dit kan helpen bij:
  • Het tegengaan van machteloosheid. Je doet wat je wél kunt doen.
  • Je nuttig voelen. Mensen helpen die het nu nodig hebben, geeft een goed gevoel.
  • Je minder alleen voelen, doordat je het samen met anderen doet.

Bespreek direct hoe vaak per dag of week CASS dit kan doen en hoelang.

Tip 4     Help CASS relativeren

Vraag uit wat CASS zijn zorg precies is. Hoogstwaarschijnlijk is deze zorg niet irreëel. Tegelijkertijd is het nu nog geen directe dreiging. Help CASS relativeren door samen te praten over de hulpbronnen die ingezet kunnen worden. Denk aan de NAVO-landen die allemaal samenwerken en samen heel sterk zijn. Vertel daarnaast dat, doordat het nu nog niet zover is, CASS zichzelf mag helpen relativeren. Door hem hiervoor een letterlijk stappenplan te geven maak je het HOE van relativeren concreet. Dit doe je aan de hand van de GROT-methode (Generaliseer, Relativeer en geef een Oplossende Taak en sleutelzin).

Generaliseer: vertel waar het bij hoort. Daardoor kan CASS het in de context plaatsen.

Relativeer: bedenk een zin die aangeeft dat het (voor nu) normaal is of dat het is wat het is. Daardoor kan CASS het in perspectief zien.

Oplossende Taak: bedenk een taak, handeling of beweging die CASS helpt relativeren.

Sleutelzin: bedenk een vaste zin die CASS helpt relativeren.

Een voorbeeld: ‘Elke keer als jij aan de oorlog denkt en je zorgen maakt, dan denk je: iedereen maakt zich zorgen (generaliseer), dat hoort er nu bij (relativeer). Ik adem drie tellen in en drie tellen uit (oplossende taak) en zeg tegen mezelf: ‘Map dicht, ik ga verder met…’(sleutelzin).

NB: neem dit voorbeeld niet letterlijk over, maar ga in gesprek met CASS en maak een relativerende oplossing op maat.

Bekijk eventueel hieronder het filmpje met uitleg dat we over dit onderwerp hebben gemaakt en gebruik het ter inspiratie.

Tip 5     Niet-ingevulde tijd is piekertijd

Blijft de map opengaan bij CASS? Neem dan de tijd om te observeren op welke momenten dit gebeurt. Grote kans dat dit gebeurt op momenten dat hij niets te doen heeft (of van de ene taak naar de andere op weg is). De oorzaak die je dan moet aanpakken ligt in het invullen van tijd. Bij heel (emotioneel) jonge CASS’en is het dan nodig om kort en krachtig de map te sluiten en hem in de taak te zetten: ‘Stop, jij mag … gaan doen.’

En jij?

Maak jij je misschien ook overmatig zorgen over de oorlog? Of ken je een (jong)volwassene die hiermee kampt? We hebben ook een blog geschreven met tips die je bij jezelf kunt toepassen.